Maandelijks archief: januari 2024

Om te beginnen wat geschiedenis.

De Kathedraal van Compostela is de plek waar de heilige Apostel Jacobus begraven is.
Geeft meteen ook aan waarom het de Jacobs-route genoemd wordt en waarom veel pelgrims een Jakobsschelp bij zich dragen en/of deze na gereed het als sieraad of Tatoeage nemen.

Echter lang voor de Katholieken (Christenen) de route ontdekten was het voor de Romeinen al een belangrijke route. Het was voor hen bijvoorbeeld de route naar Finisterre (het eind van de wereld) daar waar, zoals in mijn vorige bericht vermeld, we het kaarsje hebben gebrand voor mijn ouders.

In 814 na Christus werd het, vermoedelijke, graf van st Jacobus gevonden en een paar eeuwen later is daar een pelgrimsroute ontstaan. Waarom specifiek op deze route? Dit was zo’n beetje de grens tussen het Christelijke deel van Spanje en het deel waar de Moren (Moslims) woonden. Vandaar dat je op de route ook een aantal Tempelier-kastelen kunt vinden waarbij die in Ponferrada wel de meest indrukwekkende is. Deze Tempeliers moesten het Christelijk deel beschermen tegen de Moren.

De oude pelgrims liepen, vaak naakt, met een bedelstaf en bedelnap de route. Hiervan is nog een mooi beeld te zien in Burgos. Hier komt verder in het verhaal de foto nog wel van. Deze mensen verdienden hiermee een soort aflaat, waarmee zonden werden afgekocht. Ze bedelden hun eten en drinken bij elkaar, en de tocht was niet van gevaren ontbloot. Struikovers, bedriegers, afpersers (zoals de pontbazen in Puente del Reina) probeerde hun graantje mee te pikken, menig pelgrim liet daarbij het leven. Ook een reden waarom de Tempeliers op de route zaten, om de mensen te beschermen. Later heeft men ontdekt dat er geld te verdienen valt aan de pelgrims, Dus overal langs de route verschenen herbergen waar je kon slapen en eten. De vroegere, arme, pelgrim verdween langzaam uit het beeld. Mensen gingen nog steeds te voet of te paard, maar vaak deden ze er lang over en zochten onderweg werk voor het levensonderhoud.

Tegenwoordig lopen, in het hoogseizoen de mensen in een soort file de route, met rugzakken of ze laten hun spullen van pleisterplaats naar pleisterplaats brengen. De keuze is er tussen een hotel en een herberg waar je met 20 mensen op 1 zaal slaapt. Zelf heb ik gefietst met minimale bagage, Mirjam regelde de bagage en de slaapplekken. Ik geef toe, ook ik ben voor de luxe gegaan:-) Maar ik heb onderweg mensen gesproken die de hele dag solo liepen en het dan fijn vonden om avonds in een herberg onder de mensen te zijn, dat snap ik ook, als ik alleen was geweest had ik dat mogelijk ook gedaan.

Dan nog even de route die ik heb gefietst. Je kan overal in Europa beginnen. Als je bij mij in de buurt kijkt zijn er startpunten in Alkmaar en Haarlem. Maar omdat ik niet zomaar 2 maanden vrij kan nemen ben ik gestart in Saint-Jean-Pied-de-Port in de Pyreneeën en heb vandaar de “originele” Camino Francés gevolgd. Dit is te voet ongeveer 750 km, met de fiets iets langer omdat je vaak om moet rijden. Iets wat mij overigens vaak is gebeurd omdat de bordjes niet overal even duidelijk zijn, en ook meneer Garmin laat het soms afweten. Uiteindelijk kwam ik op een kleine 1000 kilometer uit.
Op het kaartje heb ik de rode route gevolgd.
Tot slot nog even een linkje naar het Compostela genootschap https://www.santiago.nl/genootschap/ Hier kun je, bijvoorbeeld, je stempelkaart aanvragen waarmee je aan het eind een certificaat kan krijgen.
Ik heb dat overigens in Spanje zelf aangevraagd, krijg je het keurig per post.


Compostella

Jaren geleden heb ik het plan opgevat om naar Compostela te wandelen.
Waarom? Gewoon omdat het kan. Ik ben niet Katholiek maar soms zijn er dingen die je graag wilt waar je verder geen affiniteit mee hebt. Zo ook dit.
Het sluimerde al jaren en toen ik in 2010 met mijn zoons naar Spanje was kwamen we in het plaatsje “Puente del Reina”. Dit blijkt een bekende plaats te zijn op de Jacobsroute. Vroeger werden de Pelgrims de rivier overgezet met een pont, daar moesten ze flink voor betalen en toen is er, op Koninklijk bevel, een brug gemaakt die er nu nog steeds ligt.

Anyway, toen we tijdens deze vakantie dit dorpje, deze straat en de brug bekeken heb ik het plan opgevat om, voor mijn 50ste verjaardag, mij deze wandeling kado te doen, niet wetende dat ik een maand daarna het ongeval kreeg waar een groot deel van dit blog over gaat.

Het bleef in mijn achterhoofd hangen, en toen ik het er met Mirjam (mijn vriendin) over had bedachten we dat ik het ook kan fietsen. Dus, in plaats van, op mijn 50ste erheen lopen ben ik er op mijn 56ste verjaardag, fietsend, aangekomen. Mirjam reed in de auto en regelde de slaapplaatsen.

Ik ga proberen nu, na 7 jaar, de route te herbeleven met de foto’s en datgene wat ik mij nog kan herinneren. Een ding weet ik nog wel, we eindigden in Finisterre waar we een kaarsje branden voor mijn ouders.